Vrijdag rond 14u pikten we onze vrienden op om naar Houffalize te rijden. Rond Brussel het normale drukke verkeer, maar geen enkel probleem gehad. Na een tussenstopje in een wegrestaurant, kwamen we in ons hotel aanbeland. Makkelijk te vinden, zowat in het hart van Houffalize. Heel vriendelijke ontvangst, én in onze taal…wat toch altijd mooi meegenomen is. Na de verkenning van het hotel, en het onvermijdelijke eerste biertje, werd het tijd om ons te gaan inschrijven in Baraque Fraiture voor de rally die ik al enkele jaren had willen meerijden: de Sean Kelly Classic. Bleek dat we nog van de eersten waren, want we kregen startnummers 107, 108 en 109 opgespeld (figuurlijk dan).
Daarna terug naar Houffalize, waar we ons in het hotel wat opgefrist hebben en daarna een aperitiefje dronken. ’s Avonds dan genoten van een lekker maal, en zowat rond de sluitingstijd van de keuken kwam dochterlief en vriend aan in het hotel. Onze dochter had nl. nog moeten werken tot 18u, had geen verlofdagje toegestaan gekregen op haar werk. Maar ze bleken uiteindelijk toch nog de volledige maaltijd te kunnen verkrijgen. Nadien nog even de stad verkend, en daarna het bed in.
’s Morgens vroeg al vroeg wakker, en als eersten naar het ontbijt (8u). Want we wilden toch zo vroeg mogelijk onze fiets op. Toch was het al 9u30 toen we de eerste kilometers in de heuvelachtige streek rond Baraque Fraiture (met 652 m hoogte de 3e hoogste top van België) konden afhaspelen. De eerste 9 km gingen trouwens in vliegende vaart bergaf, slechte wegen met veel putten en barsten waardoor er ook al heel wat platte banden te bespeuren vielen. Daarna kregen we een opeenvolging te verwerken van hellingen en afdalingen, kilometers lang. Een groot verschil met de heuvels in onze streek, die maximaal enkele honderd meters lang zijn. Het kwam er dus op aan om vooral in het begin heel spaarzaam te wezen met de krachten. En dat deden we ook.
Toen we aan de côte de Wanne kwamen bleek dit de eerste serieuze test, nog goed verteerd. Daarna hadden schoonzoon en ik besloten om de extra lus met de beruchte Stockeu te rijden (12 km extra). Ik had deze klim al te voet gedaan, en wist dat het hard zou worden. En dat bleek ook zo te zijn, ik heb in het steilste deel toch een 100-tal meter te voet afgelegd, ten einde krachten. Na wat gerecupereerd te zijn toch weer de fiets op, maar het bleef harken tot ik het hoogste deel bereikte, pffff. Maar toch ben ik blij dat we die klim gedaan hadden. Daarna onze weg terug aangevat, en bij de volgende bevoorrading vervoegden we mijn vriend die wijselijk besloten had om de Stockeu aan zich voorbij te laten gaan.
Je begrijpt wellicht dat we tijdens onze rit van fantastische vergezichten konden genieten, maar dat het ook wel afzien was tot het einde. M’n schoonzoon kreeg de laatste 10 km ook nog te kampen met krampen (hij had ook nog eens de extra lus van 8 km rond Rideux gereden), zodat het voor hem een echte lijdensweg bleek. Maar toch bereikten we zonder kleerscheuren en heel voldaan onze aankomstplaats. Ik met 102 km op de teller, vriend 90 en schoonzoon 110.
Na het afhalen van een aandenken zijn we toen naar ons hotel teruggereden (met de wagen). Eerst het vochtgehalte opnieuw op peil gebracht….en daarna een deugddoend badje. De vrouwen hadden er intussen 2 wandelingen opzitten in de omgeving. Na het avondeten enkele terrasjes in de stad gedaan, en ’s avonds laat genoten van het vuurwerkspektakel. Want afgelopen weekend was het zomercarnaval in Houffalize, en werd er duchtig gefeest!
Zondag na het ontbijt de wagen in om de terugweg aan te vatten. Ditmaal reden we langs Hotton naar Durbuy, het kleinste stadje van België. Jammer dat we veel regen te verwerken kregen. Na een lekker middagmaal daar trokken we huiswaarts, en zagen we gelukkig ook het weertje opnieuw verbeteren. Zodat we ’s avonds nog bij onze dochter konden napraten en nagenieten van ons heerlijke weekendje.
Groetjes!
Billy
♥
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...