Taaltip 2: te danken / te wijten

Op de voorpagina (!) van onze krant maandag, en ik citeer letterlijk:

“Als vrouwen minder snel promotie maken en minder gemakkelijk topfuncties bekleden, hebben ze dat – minstens deels – aan zichzelf te danken”

Ik kan best begrijpen dat bloggers vaak taalkundige fouten maken, want zoals ik al eerder schreef, onze taal is bijzonder moeilijk om foutloos te schrijven. Maar van professionele journalisten, die dan nog (denk ik toch) een redacteur achter zich krijgen, mag je toch wel een beter taalgebruik verwachten. Zo’n fouten als hierboven vind ik wel vaker in de krant, en dat zou toch niet mogen.

Iets te danken hebben aan iets of iemand heeft een positieve oorsprong.
In het geval hierboven is dus enkel te wijten aan correct.
Iets te wijten hebben aan iets of iemand betekent dat iemand iets wordt aangerekend of dat een bepaalde invloed niet op prijs gesteld wordt. Wijten heeft een negatieve betekenis.

Groetjes,

Billy

eerdere taaltips vind je hier

Vrijdag – laatste werknacht van de week

Deze week ben ik na maanden in dagregime werken (om onze nieuwe afdeling op te starten) weer de nachtploeg ingedoken.

Eigenlijk had onze productiechef het als test voorzien om te kijken hoe het allemaal zou lopen, maar het lijkt erop dat ik vanaf nu weer altijd in de nachtploeg zal mogen werken. Mogen, ja! Want ik werk het liefst in de donkere uren. Rustig werken, geen gezaag van bazen rond je oren (wat trouwens heel goed meevalt op mijn nieuwe werkplek), eigen baas en verantwoordelijkheid, en vooral een hele namiddag vrije tijd die ik naar hartenlust (volgens het Groene Boekje mét n!) kan invullen. En omdat ik nog geen kilometer heb gefietst met de racefiets is deze vrije tijd dus wel dringend nodig. De komende weken hoop ik daar dankbaar gebruik van te maken…als het weertje een beetje mee wil… 😉

Fijn weekend!

Billy

Taaltip 1: Die of dat

Het heeft een tijdje geduurd, maar hier ben ik dan uiteindelijk met één van de nieuwe ideetjes die ik had voor mijn blog: regelmatig een taaltip geven.

Als je net als ik veel blogs leest, merk je hier en daar foutjes op (vooral als je daar erg gevoelig voor bent zoals ik). Niet dat ik nu ga beweren dat ik alles foutloos publiceer op mijn blog, want wellicht is dat ook niet zo (die nieuwe spelling is écht niet altijd zo eenvoudig). En het is ook niet de bedoeling om hiermee mensen te kwetsen die qua spelling niet zo sterk in hun schoenen staan.
Als mijn tips ook maar een heel klein beetje duidelijkheid kunnen scheppen in onze taal is dat voor mij voldoende.

Een foutje dat regelmatig terugkomt, is het gebruik van die of dat (zoals in het eerste deel van deze zin). Nochtans is dit een eenvoudige regel:

Het betrekkelijk voornaamwoord “die” verwijst naar de-woorden; “dat” naar het-woorden.

voorbeelden:

  • Het leven in de zeeën bestaat langer dan dat op het land.
  • De baard van m’n man is langer dan die van u.
  • De jas die ik gisteren kocht was goedkoper dan het hemd dat je vorige week kocht.

Uitzondering: In bepaalde gevallen kan ook naar een het-woord met “die” worden verwezen.De voorwaarden zijn dat het het-woord een persoon aanduidt en dat het gaat om een uitbreidende bijvoeglijke bijzin.

  • Zijn meisje, die bij ons op kantoor werkt, is met vakantie.
  • Het hoofd van de afdeling, die een eigen parkeerplaats heeft, kwam juist die dag niet met de auto.

Groetjes,

Billy